2

Kleine zonnepanelen: de ideale en duurzame bron van alternatieve energie

4/11/2020 | Verschenen in Zon

solar-groot (1).jpg

Klein begonnen is half gewonnen. Zo is het ook met zonnepanelen. Ongeveer, want wie wint er van wie? Het klimaat wint er in ieder geval mee. Als we met kleine zonnepanelen ook maar een beetje kunnen bijdragen om de klimaatopwarming te verminderen, dan doen we dat. Een set zonnepanelen op ons tuinhuis, een zonnepaneel met een accu en een omvormer, of een mini-zonnepaneel van 12 volt – al die vele kleintjes maken een groot. Alternatieve energie, wij zijn er alvast voor gewonnen.

Van groot naar klein

Zonnepanelen bestaan in verschillende afmetingen. De standaardafmeting is 165 op 100 cm, een groot zonnepaneel meet ongeveer 195 op 100 cm, de kleinere types draaien rond de 150x100cm. De CIS-zonnepanelen, zogenaamde dunne-film-zonnepanelen (Copper Indium Selenium) zijn meestal nog kleiner. Over het algemeen geldt wel de regel dat grote zonnepanelen een hogere efficiëntie en meer capaciteit (rendement) hebben.  Maar zelfs met een superkleine zonnepanelenset kan je al gemakkelijk wat uitsparen.  Wanneer je echter grote hoeveelheden koopt, is het interessant eens bij de buren en je familie aan te kloppen. Een groepsaankoop van een hele rist zonnepanelen kan de prijs van de investering behoorlijk drukken.

Draagbaar, klein zonnepaneel voor op reis

De echt superkleine zonnepaneeltjes met accu en omvormer zijn heel erg handig wanneer je bijvoorbeeld op reis gaat en niet direct stroom ter beschikking hebt. Een zonnepaneel met bijvoorbeeld een accu van 12 of 24 volt en een omvormer naar 230 volt is ideaal wanneer je niet afhankelijk wilt zijn van de gewone stroompunten of van generatoren – wanneer je gaat trekken met de tent, met de boot of de mobilhome. Zo’n klein zonnepaneel zorgt ervoor dat de accu opgeladen blijft en je overal stroom hebt.

Zonnepanelen in alle soorten en gewichten

Zonnepanelen zijn er in alle soorten en gewichten. We zetten even de algemene technische en minder technische details op een rij. Want duurzaamheid begint bij kleine zonnepanelen. Al snel zal je de voordelen zien van gratis alternatieve energie. En dan wordt de stap steeds kleiner om elk dak dat kan gebruikt worden om zonnepanelen op te installeren ook daadwerkelijk vol te leggen.

Zwart of blauw?

Zonnepanelen bestaan in het zwart en het blauw. Bij het productieproces van blauwe, of zogenaamde polykristallijne zonnepanelen wordt vloeibaar silicium in een vierkante gietvorm gegoten. Zo ontstaat bij het afkoelen vast silicium dat uit meerdere kristallen bestaat. Deze kristallen liggen door elkaar, waardoor het paneel een vlekkerige uitstraling heeft.

Het productieproces van zwarte monokristallijne is ongeveer hetzelfde, maar tijdens het stollen komen de kristallen in dezelfde richting te liggen, waardoor er een egaal zwart vlak ontstaat.

Het verschil in opbrengst is minimaal, zeker in België waar er sowieso al minder zonnige dagen zijn. De zwarte panelen wekken bij directe straling van zonlicht iets meer energie op dan de blauwe panelen. De blauwe panelen zijn iets rendabeler dan zwarte bij indirect zonlicht.

Naast de blauwe en de zwarte panelen kan je ook opteren voor de dunne-film-zonnepanelen, de zogenaamde CIS-panelen.

Vrouw met zonsondergang

Capaciteit en rendement

Als we over rentabiliteit spreken van zonnepanelen, moeten we het hebben over de efficiëntie  (of het rendement) en de capaciteit. Hoe hoger het rendement, hoe sneller je de investering van je zonnepanelen hebt terugverdiend. Efficiëntie van zonnepanelen ligt tussen de 15 en de 22%. Dat wil zeggen dat het zonnepaneel het aangegeven percentage van het beschikbare zonlicht kan omzetten in elektriciteit. Hier kan je ontdekken welke de zonnepanelen met het beste rendement zijn.

De capaciteit speelt vooral een rol wanneer je mini-zonnepanelen wilt aanschaffen. Een zonnepaneel met een hoge capaciteit (uitgedrukt in Wattpiek) levert namelijk meer op dan een zonnepaneel met een lage capaciteit. De capaciteit per vierkante meter (capaciteit per m2) speelt hierbij de grootste rol.

Welke zonnepanelen kopen?

Panelen die niet getest werden door een testinstituut zijn meestal van minderwaardige kwaliteit. De prijs van deze panelen ligt behoorlijk lager en kan dan wel een beslissende factor zijn bij je aankoop. Wij raden echter af om zulke panelen met een miserabele kwaliteit aan te kopen.

Daarnaast is het belangrijk te kijken naar de prijs, maar dan in functie van de capaciteitseenheid (Watt piek of Wp). Een zonnepaneel van 300Wp aan 250 euro kost 0,83 euro per Wp. Een paneel van 280Wp aan 240 euro kost 0,86 euro per Wp. Per Wp is het eerste zonnepaneel dus goedkoper.

Kleine zonnepanelen met omvormer

Wanneer je grote of kleine zonnepanelen gaat installeren, zal je ook een zogenaamde omvormer moeten aanschaffen. Die omvormer is nodig om de gelijkstroom die zonnepanelen produceren om te vormen naar wisselstroom (230 Volt).

Op die manier kan je al je huishoudapparaten, én dus ook dat elektrische vuurtje voor op de camping, van stroom voorzien. Omvormers bestaan in vele soorten en gewichten. Let vooral op het vermogen van de omvormer – dat moet afgestemd zijn op de totale capaciteit van je zonnepanelen.

shutterstock_278061698-1-min.jpg

Nog geen zonnepanelen op jouw dak?

Eneco helpt je met het vinden van de juiste partner. Zo bouwen we samen aan een duurzame toekomst!

Meer lezen