Een thuisbatterij met of zonder zonnepanelen?

Wie zonnepanelen heeft en voor een thuisbatterij kiest, doet dit vooral om zijn overschot aan zelf geproduceerde zonne-energie op te slaan voor later gebruik.

In het verleden was de combinatie van zonnepanelen met een thuisbatterij niet interessant door de terugdraaiende teller, een systeem waarbij de stroom die je niet verbruikte op het net werd gezet, waardoor je teller terugdraaide.  Had je later die stroom weer nodig, dan draaide je teller opnieuw vooruit. Je betaalde enkel voor je netto stroomverbruik. Voor het gebruik van het stroomnet in twee richtingen betaalde je een jaarlijks forfaitair bedrag: het prosumententarief.

De afschaffing van de terugdraaiende teller en de invoering van de digitale meter heeft twee belangrijke gevolgen:

1. In plaats van het forfaitaire prosumententarief betaal je voortaan netkosten voor alle stroom die je van het net afneemt.

2. Voor de stroom die je op het net injecteert, ontvang je een injectievergoeding. Je betaalt geen netkosten.

De injectievergoeding is een stuk lager dan de afnameprijs, waardoor veel mensen zich zorgen maken over het rendement van hun zonnepanelen. Het is immers financieel een stuk minder interessant om de overtollige groene stroom die je zelf produceert eerst op het net te plaatsen en er nadien terug af te halen.

Een thuisbatterij zorgt ervoor dat er een pak minder kilowatturen aan stroom door je digitale meter passeert. Dat maakt je onafhankelijker van het net, helpt je energiefactuur drukken én zorgt ervoor dat je zonnepanelen rendabel blijven. 

In een ideale wereld werk je overdag thuis en verbruik je meteen de opgewekte energie door je huishoudelijke toestellen te laten draaien. Dit is echter niet altijd mogelijk. En op zonnige zomerdagen produceer je vaak méér energie dan je kunt verbruiken. Op zo’n momenten zie je jouw zelf geproduceerde energie afvloeien naar het net en krijg je hiervoor een vastgelegde prijs, het injectietarief. Neem je later dezelfde hoeveelheid energie af van het net, dan betaal je een hogere prijs dan jij kreeg voor jouw groene stroom. Dat komt omdat je dan de volledige prijs betaalt, inclusief netkosten, bijdragen en heffingen.

Om dit te vermijden is een thuisbatterij de perfecte oplossing. Je slaat dan de energie die overdag extra geproduceerd wordt op om ‘s avonds te gebruiken. Hierdoor moet je minder elektriciteit afnemen en verlaag je je energie- en netkosten.

Een thuisbatterij heb je gemiddeld binnen de 6 à 7 jaar terugverdiend en gaat minstens 20 jaar mee.

Bij een gemiddeld jaarverbruik van ca. 3500 kWh kan een batterij met een capaciteit van 2 à 3 kWh al volstaan om 250 dagen per jaar je volledig verbruik met zonne-energie te dekken. Zo kun je ca. 800 kilowattuur stroom extra uit je zonnepanelen zelf verbruiken, zonder dat deze doorvloeit naar het net.

Afhankelijk van je verbruik en hoe je je thuisbatterij wil inzetten, kan een batterij met grotere capaciteit nuttig zijn.

Het is perfect mogelijk een thuisbatterij te gebruiken zonder zonnepanelen, bijvoorbeeld als je een noodoplossing wil voor het geval er een stroomonderbreking is.

Kies je voor eens slimme batterij, dan kun je ze gebruiken om goedkope stroom op te laden als de markprijs laag staat.